Scholen
Het merendeel van de scholen in Nederland hebben te kampen met een slechte energiehuishouding en een slecht binnenmilieu. De oplossingen zijn voor handen om hier iets aan te doen, zodat de leeromgeving voor kinderen sterk verbeterd kan worden.
Problemen in schoolgebouwen
energie
Het hoge energieverbruik van scholen heeft direct te maken met de vaak slechte bouwkundige en installatie technische staat. Dat betekent dat de minder scorende scholen nu al substantiele bedragen kwijt zijn aan energiekosten. Deze kosten zullen in de toekomst verder toenemen door stijging van de energieprijzen. Daarnaast neemt het energieverbruik verder toe, door de toepassing op scholen van computers en andere apparatuur.
7 % heeft een energielabel
75 % label C of lager
25 % label G
luchtkwaliteit
Het probleem van de slechte luchtkwaliteit is doorgaans te herleiden tot een gebrekkige ventilatie. In een groot aantal scholen is de toevoercapaciteit voor ventilatielucht onvoldoende.
De CO2 concentratie van 1200 ppm vormt als grenswaarde de basis van de nieuwbouweisen in het Bouwbesluit. Nieuw te bouwen en gerenoveerde scholen moeten bij oplevering voldoen aan deze nieuwbouweisen.
De enige ventilatievoorziening waar oude scholen over beschikken zijn te openen ramen. Doordat CO2 een stof is zonder geur of temperatuur, is het voor leerkrachten lastig om zich bewust te zijn van een te hoge CO2 concentratie. Beschikbare voorzieningen worden daardoor niet altijd gebruikt. Daarnaast zijn koude, tocht en stoorgeluid van buiten redenen om ze niet te gebruiken. Verder blijkt uit onderzoek dat er bij nieuwbouw op het moment van oplevering zelden door de gemeente of het schoolbestuur wordt gecontroleerd of de ventilatie daadwerkelijk voldoet aan de gestelde eisen.
Het resultaat is dat het merendeel van de scholen niet voldoet aan de minimale eisen die gesteld worden aan de CO2 concentratie.
70 – 80 % van de klaslokalen voldoet niet aan minimale norm: CO2 > 1200 ppm
thermisch comfort
Koude en tocht worden veroorzaakt door slechte schil isolatie, ventilatieopeningen en onvoldoende capaciteit van de verwarmingsinstallatie. In de zomer is bijna tweederde van de lokalen minder goed beheersbaar met als resultaat te hoge temperaturen. De oorzaken liggen in onvoldoende zonwering, geluidsoverlast bij te openen ramen en slechte schil isolatie.
45 % te warm in de zomer: > 25 °C
50 % tochtverschijnselen in de winter
akoestisch comfort
Uit onderzoek blijkt dat geen enkel lokaal met natuurlijk toevoer van ventilatielucht een geluidwering van de gevel van 20 dB(A) of meer heeft bij de wettelijke vereiste ventilatie via ramen en/of ventilatieroosters. In de helft van alle lokalen bedraagt het geluidniveau in de lokalen meer dan 35 dB(A). De ervaren geluidshinder leidt ertoe dan ventilatievoorzieningen minder goed worden gebruikt. Naast buitenlawaai is ook het geluid van mechanische ventilatiesystemen storend.
In verband met de hygiene worden in scholen harde (vloer)materialen toegepast. Dit heeft een negatief effect op de nagalmtijd. Goede spraakverstaanbaarheid is gebaat bij een nagalmtijd van maximaal 0.8 s.
47 % achtergrondgeluid > 35 dB(a)
18 % achtergrondgeluid > 40 dB(a)
visueel comfort
Visueel comfort heeft voornamelijk betrekking op licht en verlichting. Dan moet gedacht worden aan daglicht en kunstlicht, maar ook aan het uitzicht, lichtreflectie en contrast, zonwering en helderheidswering. Zaken als verblinding of lichtflikkering kunnen problemmen opleveren voor leerlingen en leerkrachten.
Aanpak scholen
Wegnemen belemmeringen:
Focus op onderwijs: ontbreken deskundigheid/ambitie wat betreft duurzaamheid
16% van de scholen heeft een duidelijke visie op duurzaamheid
Aanbod sluit niet aan op de vraag
24% geeft aan dat marktaanbod aansluit op de behoefte
Financiële belemmeringen bij het verbeteren van scholen
Concrete aanpak
Aanbieden totaaloplossingen door marktpartijen (geen verzameling losse producten)
Markt financiert pakket aan duurzame maatregelen
Gegarandeerde kwaliteit, markt is verantwoordelijk voor garanties
zie aanpak stichting Marktplaats Duurzaam Bouwen
Uitgangspunten
Volledig ontzorgen school
Geen risico voor school
Geen financiering vanuit schoolbudgetten
Resultaat aanpak scholen
Besparingen:
– Lagere energielasten
– Beperking onderhoudsbudget
– Besparingen gebruiken voor onderwijsdoelen
Gezondheid:
– Verbetering binnenklimaat
– Verbeteren leerprestaties
– Verlaging ziekteverzuim
Oplossingen
energie
Energiebesparing begint bij het verbeteren van de energetische kwaliteit. Het leidende model hiervoor is de Trias Energetica.
De Trias wil kortweg zeggen dat allereerst maatregelen worden genomen om de energievraag te beperken, zoals isoleren, luchtdicht bouwen en stimuleren van energiezuinig gebruik. Vervolgens wordt aan de energievraag zoveel mogelijk voldaan met duurzame energie. Als er nog een energievraag overblijft, wordt deze zo efficiënt mogelijk geleverd door niet duurzame bronnen, zoals de toepassing van hoog rendement technieken en lage temperatuur verwarming.
luchtkwaliteit
Voor de verbetering van de kwaliteit van de luchtkwaliteit is een combinatie noodzakelijk van bouw- en installatie technische maatregelen en gedragsverandering. Voor ventilatie is het noodzakelijk dat lokalen voldoende ventilatievoorzieningen hebben om een maximale CO2 concentratie te realiseren van 1200 ppm. Bij overschrijding van de grens moet er adequeaat ingegrepen kunnen wordend dm.v. een spui voorziening. Overige maatregelen zijn; voldoende ruimtevolume, geen verontreinigende apparaten (printers e.d.) in de lokalen, en schoonmaakbaarheid. Naast bouwtechnische maatregelen is het noodzakelijk dat de voorzieningen op een juiste wijze gebruikt worden. Hiervan moeten de gebruikers bewust worden gemaakt en geholpen worden door gebouwbeheersystemen.
thermisch comfort
Het voorkomen van hitte in de zomer is vooral op te lossen door zonwering, isolatie, spuivoorzieningen en een goede regelbaarheid van het verwarmingssysteem. In de winter dient tocht en koudeval voorkomen worden, door een goed ventilatiesysteem en een verwarmingssysteem met voldoende capaciteit.
akoestisch comfort
Geluidsoverlast van buiten is op te lossen door een goede schil isolatie. De nagalmtijd en het geluidsniveau in de lokalen kan beperkt worden door akoestische maatregelen in de lokalen zelf.
visueel comfort
Een goede leeromgeving is voorzien van voldoende daglicht en uitzicht. Het percentage (blank) glas is minimaal 30%. De kunstverlichtng in de lokalen heeft een minimale verlichtingssterkte van 500 lux en kan bij voorkeur worden aangepast aan de activiteiten. Daarnaast is de toepassing van kleur van invloed op de prestaties.